INTERESSANTE COLUMNS VAN ONZE VAKSPECIALISTEN
Aan het woord
Kanker, hoe komt dat eigenlijk?
Het is zeer waarschijnlijk dat het onderbewustzijn ook cellen in bepaalde weefsels kan aanzetten tot proliferatie (groei). Een proliferatie die uiteindelijk aanleiding is tot het ontstaan van kanker. Die avond dacht ik aan het voorkomen van borstkanker. Toen ik geneeskunde ging studeren in het begin van de jaren ’60 kregen ongeveer 1600 vrouwen borstkanker per jaar. Anno 2015 kregen 15.000 vrouwen borstkanker.
Ik pijnigde mijn hersenen, zocht naar een emotie die gerelateerd kon zijn met de borst.
Toen ik s ‘nachts in een schemertoestand wakker werd, schoot deze materie door mijn hoofd en kreeg ik een visioen.
Ik zie mijn grootouders in karige omstandigheden, ze zijn gewikkeld in een innige omarming. Ik hoor de explosies van de 1ste wereldoorlog, zij niet.
Mijn grootouders jong en recht van lijf en leden praten over een zwangerschap die zich heeft aangediend. Ik zie mijn overgroot moeder in een trouwjurk en zij krijgt een mooie baby. Ik hoor de baby huilen in zijn wieg, ondanks hun armoedig bestaan en reeds aanwezige 6 kinderen is er liefde en zorg.
Het beeld draait weg, ik zie mijn ouders, twee atleten, twee hardlopers. Kijk ze rennen, mijn moeder met haar zwarte krullen en mijn vader met zijn tengere gestalte en dunne blonde haar. Ze zijn zichtbaar verliefd, het is alsof ze zweven. Ik zie haar op een roze wolk zitten, en ook liggen, zij bedrijven de liefde, zij is gewillig, hij gretig en gulzig. Ik hoor explosies van de 2de wereldoorlog, zij niet.
Dan zie ik hoe zij zwanger wordt. Zijn spermatozoön die om haar eicel strijden, ik zie de innesteling in het slijmvlies van haar baarmoeder, dat dik en sappig is, ook daar zie ik een uitbundig feest waarbij ik vele hormonen vrolijk langs zie vliegen, zij maken dit allemaal mogelijk, hoera. Zij lachen naar mij en weten dat ik het ben.
Dan zie ik een bruiloft, waarbij de bruid niet zwanger lijkt, maar het wel is. Ik zie mezelf in de baarmoeder in slow-motion razend snel ontwikkelen en ik voel het volmaakte geluk in dat prachtige rood doorschemerende vruchtwater.
Door mijn aderen suist de zuurstof van mijn moeder, haar aminozuren, haar vetten en haar koolhydraten, ik ben als een razende aan het bouwen, ik ben blij.
Mijn moeder krijgt ook haar kind, ik ben het.
Iets krijgen is een verrassing, je hebt het niet verwacht, je weet van te voren niet wat is, het is een echt geschenk.
Het beeld wordt wazig en ik ben in een laboratorium op een ander werelddeel, met wolkenkrabbers. Er heerst grote opwinding, zij roepen: wij gaan de wereld veranderen. Ik denk, dat kan niemand.
Dan zie ik hoe het slijmvlies van de baarmoeder dun en ongezond is en de bevruchte eicel zich niet kan innestelen en de vrucht door zuurstof gebrek eerst blauw wordt en dan stikt. Er komen nog miljoenen bevruchte eicellen aan en ook zij sneuvelen in het onvruchtbaar gemaakte slijmvlies, ik zie een slagveld. Ik zie de vreugde die heerst bij het hele bedrijf, ik zie miljoenen dollars dwarrelen van alle wolkenkrabbers.
Ja, dit is het medicijn dat de wereld totaal gaat veranderen, ik weet het.
Dan zie ik een holografisch beeld van de hersenen langzaam opdoemen. Ik suis langs de windingen van het oppervlak, ik hoor een zoemend geluid, dat ik herken als het gezoem in een elektriciteitshuisje als ik mijn oor er tegenaan hield. Wat gebeurde daar binnenin dat huisje? Ik duik de hersenen in, zweefde tussen kabels door, zie grote cellen met honderden uitlopers verbinding maken met elkaar, zie overal knetterende vonken, allerlei gekleurde vloeistoffen.
Het is een grote futuristische fabriek zonder dat er werknemers zijn. Het geknetter van de vonken gaat, naarmate ik dieper doordring, over in een gezoem en ik zie voornamelijk nog kabels om me heen met verschillende doorsneden en kleuren. Dan weer hele gebieden met in grootte wisselende cellen met duizenden uitlopers. Ik ben aangekomen in het onderbewustzijn, in het voortplantingscentrum. Hier hoor ik cellen communiceren, ze zijn geagiteerd.
Ze roepen: onze signalen komen niet aan, ze worden nu al 20 jaar genegeerd, we zijn al 8 verliefdheden verder en nog steeds geen zwangerschap. Het bewustzijn blokkeert onze signalen en zegt dat er ‘eerst aan je carrière gewerkt moet worden’ en dat je dat ‘zorgen voor’ maar even op moet schorten.
Maar mijn eicellen worden minder in getal en –kwaliteit.
Het bewustzijn overschreeuwt onze impulsen met dat ‘je nu baas in eigen buik bent’ en ‘geëmancipeerd’, ‘dat jij het voor het zeggen hebt’, ‘jij hoeft niet meer voor kinderen en je partner te zorgen’, ‘dat hebben we lang genoeg gedaan’.
En het bewustzijn schreeuwt dat dat allemaal kan omdat je niet meer zwanger hoeft te worden door die Amerikaanse antizwangerschapspillen. Je kan ze rustig gebruiken, de hele wereld slikt ze, aan jou de macht.
Ik hoor de cellen van het onderbewustzijn zeggen: we kunnen niet langer wachten, het is tijd voor daden. Tegenwoordig nemen ze een kind als het hun uitkomt. Als ze niet meer ‘willen zorgen voor’ dan geven we een noodsignaal af aan het zorgorgaan als waarschuwing dat het menens is, misschien dat het dan wordt begrepen. Laat onze uitlopers proliferatie/groei factoren produceren rond celgroepjes aldaar.
Langs zenuwbanen volg ik de onheilstijding naar de fijnste uitlopertjes van ons zenuwstelsel. Waar zal ik terechtkomen?
Ik passeer grote botstructuren, voorbij het hart kom ik tenslotte in mooi zacht weefsel terecht, opgebouwd uit vetcellen en klierstructuren met afvoerbuisjes.
Ik schrik als de buisjes zich rangschikken in een tepel. Dit is het zorgorgaan, dit is de borst die het kind moet voeden!!
De cellen van de klierstructuren beginnen zich te delen en binnen enkele jaren is er een klein, juist te voelen, knobbeltje ontstaan. Is het kanker?
Het visioen stopt abrupt, ik ben nat van het zweet. Is dit de macht van het onderbewustzijn, ik weet dat het waar is.
Bekende oorzaken van Kanker.
In zijn algemeenheid duurt het vele jaren (15-30 jaar) voordat een schadelijk product (sigaretten rook, lucht-/watervervuiling en pesticiden) of virusinfecties (bijvoorbeeld HPV=Humaan Papilloma Virus infectie) leidt tot een vorm van kanker.
Van 5-10 sigaretten per dag is het maar de vraag of dit ooit leidt tot longkanker, echter als je meer dan 25 sigaretten per dag rookt duurt het 30-50 jaar voordat longkanker of een andere vorm van kanker optreedt.
Dit betekent dat ons lichaam in staat is gedurende lange tijd met een prikkel (toxisch, infectieus of verstoorde zenuwimpulsen) om te gaan voordat dit leidt tot een bepaalde ziekte.
Tijdens de inwerking van die prikkel kunnen reeds veranderingen op cellulair niveau optreden. Als dit het geval is en we kunnen die veranderingen waarnemen, dan spreken we van een voorstadium, bijvoorbeeld van longkanker (roken) of van baarmoederhalskanker (HPV-infectie). Het duurt zeker 15 jaar voordat een HPV-infectie van de baarmoedermond resulteert in baarmoederhalskanker (in feite dus een geslachtziekte).
Omdat de tijd tussen het begin van inwerking van het agens en het optreden van de kanker lang is, was het ook niet eenvoudig om het bewijs hard genoeg te maken dat longkanker ook werkelijk wordt veroorzaakt door het roken van sigaretten. In ieder geval heeft de tabaksindustrie dat nog twee decennia ontkend.
Aan de andere kant is het ook zo dat als de prikkel wordt weggenomen, terwijl er reeds sprake is van een voorstadium, dit meestal leidt tot herstel van de afwijking.
Stop je na 10 jaar fors roken dan heb je na 1 jaar vrijwel net zoveel kans op longkanker als iemand die nooit heeft gerookt (ook die kan namelijk longkanker krijgen).
Dus je hoeft niet hysterisch te doen over het feit dat een jong volwassene (vanaf 16 jaar) experimenteert met roken van sigaretten. Geef jonge mensen de ruimte te experimenteren tijdens hun ontwikkeling, laat ze zelf tot de conclusie komen dat ze dat beter niet kunnen doen, dat geldt ook voor andere zaken.
Helaas is het de sigaretten industrie die steeds meer schadelijke stoffen aan de tabak toevoegt waardoor de verslavingsgevoeligheid en ook de toxiciteit toeneemt. Merkwaardig genoeg moet elke industrie precies aangeven wat er allemaal in een product zit, maar we mogen niet weten wat er aan tabak wordt toegevoegd, dat staat niet op het pakje, wel de hypocriete tekst dat roken dodelijk kan zijn, en dat is wat we allang wisten.
Er zijn talrijke relaties tussen het optreden van bepaalde kankersoorten en een oorzakelijke agens (stof). Zo is er de relatie asbest met het mesothelioom (een kankersoort die uitgaat van het mesotheel, dit zijn de bekledende vliezen van de longen en buikholte).
Heel veel roken gedurende lange tijd verhoogd de kans op vele vormen van kanker, zoals blaaskanker, nierkanker, alvleesklierkanker en onder andere stembandkanker. Als roken samen gaat met overmatig alcoholgebruik (sterke drank) komen daar nog slokdarmkanker, leverkanker en mondbodemkanker bij.
Ook zijn talrijke stoffen(zeker bij langdurige blootstelling) bijvoorbeeld uit de verfindustrie, pesticiden, chemische industrie en zelfs medicijnen kankerverwekkend.
Hysterisch is de reactie van antikanker organisaties (met voorop het KWF) en overheden als in ons land toevallig eens de zon gaat schijnen, en dat is helaas al veel te weinig het geval.
In Nederland mogen we blij zijn met 7 weken zon per jaar. Maar als de zon gaat schijnen volgt er direct een zon-alarm, ga niet in de zon zitten en als je het toch doet, smeer jezelf en je kinderen in met factor 50, want anders krijg je huidkanker.
Er bestaan vele vormen van huidkanker, welke bedoelen zij? Waarschijnlijk het Maligne Melanoom, maar dat is toch niet helemaal duidelijk, want ze beweren in koor dat er plotseling een enorme toename van huidkankers wordt geconstateerd.
Laten we even uitgaan dat ze het Maligne Melanoom bedoelen, deze tumor van de huid heeft inderdaad een slecht imago. Dat is onterecht, want na verwijdering van deze kwaadaardige melanocyten proliferatie zijn de meeste mensen gewoon genezen.
Het slechte imago van deze tumor is gelegen in het feit dat als de tumor zich gaat uitzaaien er dramatische beelden kunnen ontstaan, onbehandelbaar blijken en in korte tijd tot de dood leiden en dus zeer veel indruk maakt. De paniek weerspiegelt de machteloosheid van de behandelaars.
Melanocyten behoren ons tegen de zon te beschermen, dit doen zij door melanine (een bruin pigment) te produceren onder invloed van directe zonnestralen.
Het zou volgens de verhalen heel slecht zijn als je huid te rood wordt (verbranden) en dus meestal te lang in de zon hebt gezeten. Het is de bedoeling van ons melanine beschermingssysteem dat wij geleidelijk genoeg pigment bescherming opbouwen (bruin worden) zodat we gerust in de zon kunnen blijven om van alle voordelen (zonnestralen activeren onder andere onze energiesystemen, deblokkeren verstoorde energiebanen, activeren de productie van Vitamine D en antioxidantia in de huid, verhogen het aantal negatieve Calcium en Kalium ionen) van deze directe zonnestralen te kunnen profiteren.
Inderdaad uit onderzoeken in Australië blijkt dat Melanomen zeer frequent voorkomen en het aantal nog steeds stijgt.
Ten eerste staat de zon in Australië gedurende 9 maanden hoog aan de hemel te schijnen.
Ten tweede is Australië grotendeels bevolkt door Engelse en Ierse nazaten, allen van een zeer blank ras. Velen hebben melanocyten die niet instaat zijn om behoorlijke hoeveelheden melanine te produceren als de zon erop schijnt. Kortom het zijn melanocyten mutanten=genetische afwijkende melanocyten.
Als de zon op deze melanocyten schijnt en er vrijwel geen melanine pigment wordt geproduceerd, worden deze cellen aangezet om zich dan maar te vermenigvuldigen, misschien helpt dat. Maar nee, deze mutanten worden niet bruin, wel rood. We weten ondertussen dat proliferatie na een jaar of 15-20 kanker tot gevolg heeft, in dit geval uitgaande van melanocyten dus een maligne (kwaadaardig) melanoom.
Maar nee, we moeten onszelf en vooral onze kinderen te allen tijde, mocht de zon schijnen, volledig in smeren, hoe hoger de factor hoe beter. Dan is het ook onmogelijk om bruin te worden en zo wordt onze natuurlijke bescherming aan de kant gezet (dit is dus door de commercie in samenwerking met KWF en de overheid geënsceneerd, ongelofelijk toch!).
Dus door dat insmeren wordt de inwerking van de zonnestralen op de huid volledig geblokkeerd (het is alsof je achter het glas in de zon zit), dus ook geen natuurlijke Vitamine D productie, geen energetische waarde van de zon, geen versterking van het immuunapparaat, dus compleet zinloos in de zon zitten, alleen lekker warm (dat kan ook bij de kachel).
Het is om wanhopig van te worden. We willen juist zo graag in de zon zitten omdat ons lichaam snakt naar die zonne-energie. Na die lange donkere winterperiode verlangen naar de zon op je lichaam, het is een respons op een energiebehoefte van het lichaam.
Mijn advies: geniet van de zon, zorg dat je met zo nu en dan wat hulp van zonnebrand middelen bruin wordt, laat de energie naar binnen stromen, zet de energie- en natuurlijke Vitamine D productie aan, geef je immuunapparaat een boost, juist voor kinderen is dit belangrijk.
Vrijwel al die met hoge factor ingesmeerde kinderen hebben gedurende het hele jaar een Vitamine D gebrek, waardoor hun afweersysteem niet optimaal kan reageren en ziektes op de loer liggen, is dat wat we willen?
Verder wil ik hier nog opmerken dat veel maligne melanomen juist ontstaan op plaatsen op ons lichaam waar de zon niet vaak komt, zoals onder de voet, onder de teennagel, in de knieholte, op het bovenbeen, op de rug onder het BH bandje, in het oog om maar eens een paar plaatsen te noemen. Vrijwel nooit in het gezicht en dat is toch de plaats waar we de meeste zon opvangen.
Bent u iemand die normaal bruin kan worden, geniet dan van de zon en van alle goede dingen in het leven. Wees wantrouwig tegen alle verpakte voedingsmiddelen, eet of drink geen lightproducten en drink geen vruchtensappen of limonades.
In de volgende rubriek zal ik het onder meer hebben over de tractus digestivus (spijsverteringskanaal) en wat die allemaal voor ons lichaam kan betekenen.
Groet van Dr Roel
** Wie een vraag heeft voor Dr Roel mag die emailen naar info(apestaart)orjana(punt)nl (schrijven zoals een normaal emailadres geschreven wordt). Dr Roel zal uit de inzendingen selecteren en antwoorden via de column of email. Uw mail wordt altijd beantwoord of door Orjana of door Dr Roel.
Ons immuunsysteem
Het immuunapparaat is een defensie- en aanvalssysteem en moet net zoals het zenuwstelsel tot in alle uithoeken van ons lichaam actief kunnen zijn. Het is onze politie en ons leger, maar ook zelf de wapenleverancier. Het immuun- systeem bestaat uit de thymus (zwezerik), milt, alle lymfklieren, amandelen (tonsillen), al het lymfoïde weefsel in het maagdarmkanaal en mond en keelholte (darm geassocieerde lymfatisch weefsel), het gehele lymfvatstelsel en de aanmaakplaats van de afweercellen (lymfocyten, monocyten en granulocyten) in het beenmerg.
In het beenmerg worden verder de rode bloedcellen (erythrocyten = zuurstof transport) en bloedplaatjes (trombocyten = bloedstolling) aangemaakt.
Op talrijke knooppunten van lymfbanen zijn lymfeklieren aanwezig zoals bijvoorbeeld de hals, nek, oksel, lies en talrijke lymfeklierstations langs de lymfebanen in de buik. De vloeistofstroom in de lymfebanen loopt van perifeer naar centraal, waar alle lymfe (de vloeistof met grote hoeveelheden lymfocyten) tenslotte via de Ductus Thoracicus draineert op de Vena Subclavia sinistra en zo dus in de bloedbaan komt.
Onder normale omstandigheden zijn lymfeklieren niet te voelen, maar als ze worden gestimuleerd door een antigen (vreemd eiwit), virus, een bacterie of een chemische stof, zwellen zij op door celproliferatie, verhoogde instroom van lymfoïde cellen, dan zijn lymfeklieren makkelijk te voelen zoals bijvoorbeeld in de hals bij een keelontsteking.
Het immuunsysteem is van belang om binnendringers onschadelijk te maken en maakt daarbij gebruik van een ontstekingsreactie.
In de thymus worden lymfocyten in aanraking gebracht met alle lichaamseigen eiwitten. Dat gebeurt voor de geboorte, zodat, als het kind is geboren, de lymfocyten het onderscheid kunnen maken tussen lichaamsvreemde en -eigen eiwitten.
Eigenlijk is de thymus het geheugen van de lichaamseiwitten, dus van ons lichaam.
Het immuunapparaat is nu klaar om vreemde eiwitten te gaan herkennen. Dat komt op gang via het maagdarmkanaal en begint in de mond alwaar de tonsillen het eerst met vreemde eiwitten van onder andere micro-organismen in aanraking komen.
Ook verder op in het maagdarmkanaal zijn grote hoeveelheden lymfoid weefsel aanwezig om zo bij te dragen aan het op gang komen van een goede afweer. Ongeveer 85% van onze afweer is darm geassocieerd. Dit omdat het de bedoeling is dat antigenen (vreemde eiwitten) juist daar tot een immuunreactie aanleiding zijn en ons immuun maakt voor deze lichaamsvreemde stoffen.
Het is ook daarom dat baby’s, peuters en kleuters de neiging hebben alles in hun mond te stoppen. Dus laat dat zoveel mogelijk toe, want hierdoor krijgen zij een goede afweer tegen van alles en nog wat.
Als eerste afweerreactie gebruikt het lichaam een acute ontsteking, meestal gericht tegen bacteriën en/of vreemdlichamen (bijvoorbeeld een houtsplinter). Bij de acute ontstekingsreactie zijn voornamelijk granulocyten betrokken en als deze tijdens de aanval op de bacteriën uiteenvallen ontstaat er pus.
Je kan een acute ontsteking herkennen aan een viertal kenmerken rubor (roodheid door vaatverwijding), tumor(zwelling door uittreding van vocht uit de vaten en verhoogde cel-inflow), calor (warmte door vaatverwijding en lokaal verhoogde verbranding) en dolor (pijn door zwelling en stoffen = onder andere mediatoren die in het ontstekingsveld vrijkomen en pijnreceptoren stimuleren.
De pus (granulocyten fragmenten, weefselafval en gedode bacteriën) wordt opgeruimd door macrofagen=vreetcellen.
Macrofagen in het ontstekingsveld ontstaan uit monocyten die zich in de bloedbaan bevinden, zij vreten de aangerichte puinhoop op en voeren het af. Ondertussen zullen de lokale lymfeklieren reageren en opzwellen en dus zijn ze makkelijk te voelen.
Zij zetten een immunologische reactie in gang om in de toekomst alert te kunnen reageren op de eerder binnengedrongen bacteriën. Dit kan zijn door antistoffen productie en/of geactiveerde lymfocytenproductie.
Naast de acute ontsteking kennen we de chronische ontsteking. Deze ontsteking is gekenmerkt door de aanwezigheid van voornamelijk lymfocyten in het ontstekingsveld, hierbij wordt geen pus gevormd, maar er treedt soms wel weefseldestructie op. Ook dit type ontsteking geeft als reactie rubor, tumor, calor, dolor.
Er zijn talrijke bacteriën die chronische ziekten kunnen veroorzaken zoals de tuberkel bacteriën Tuberculose, Borrelia bacteriën de ziekte van Lyme of virussen zoals het Hepatitis-B virus die een chronische leverontsteking veroorzaakt.
Bij deze ziekten (veelal infectieziekten, bacterieel, viraal, parasitair en schimmelinfecties) is dus de oorzaak bekend en de therapie gericht op het ziekte verwekkende agens.
Deze gerichte vorm van therapie leidt door de destructie van de micro-organismen veelal tot genezing.
Gelukkig zijn op deze manier talrijke infectieziekten te bestrijden. Deze vorm van therapie is curatief (de ziekte is genezen door de therapie).
Niet iedereen is even gevoelig voor deze infectieziekten. Er zijn altijd mensen die worden blootgesteld aan micro-organismen en de ziekte niet krijgen.
Chronisch ontstekingsziekten komen ook voor zonder dat de aanwezigheid van specifieke micro-organismen worden aangetoond. De ontsteking wordt dan veroorzaakt omdat bepaalde mediatoren in het stekingsveld lymfocyten aantrekken. Deze mediatoren kunnen vrijkomen bij een immunologische reactie die in dat weefsel plaatsvindt. Meestal is dit een antigeen-antilichaam reactie. In het ontstekingsveld bevinden zich dan voornamelijk lymfoïde cellen.
Ook nu kan er weefselschade optreden en zullen er macrofagen in het ontstekingsveld voorkomen om de schade op te ruimen. Echter er ontstaat geen pus omdat er vrijwel geen granulocyten aanwezig zijn. Langdurende chronische ontstekingen kunnen grote schade in weefsel veroorzaken en voor het individu ernstige gevolgen hebben.
Heel vaak kunnen wij geen directe aanleiding van een dergelijke chronische ontsteking vinden.
Veel wordt er gespeculeerd over oorzaken van dergelijke chronische idiopathische (oorzaak onbekend) ontstekingen. Veel van dergelijke ziekten worden aangeduid als auto-immuunziekten.
Daarbij gaat men ervan uit dat een dergelijke ziekte het gevolg is van een immunologische reactie tegen lichaamseigen eiwitten of cellen.
Ook denkt men dat dergelijke auto-immuun reacties kunnen worden geïnitieerd door bepaalde virale antigenen.
De behandeling van chronische ziekten, waarbij chronische onstekingsprocessen op de voorgrond staan, is dan ook hetzelfde en bestaat uit ontstekingsremmende middelen. We kennen ze allemaal van het aspirientje via Ibuprofen en de NSAID’s tot corticosteroïden en soms zelfs chemotherapie bijvoorbeeld Immuran.
Als de oorzaak van een chronische ontstekingsziekte van de huid, dikke darm, spieren, longen en dergelijke niet bekend is dan bestaat de behandeling uiteindelijk uit de toediening van bijvoorbeeld Prednison (corticosteroïd) en/of chemotherapie.
Het resultaat is een remming van de lymfocytenactiviteit, het ontstekingsproces neemt in heftigheid af en geeft zo een verlichting van de klachten voor het individu, minder pijn, minder roodheid, minder zwelling.
Het betreft dan een symptomatische behandeling, het onderliggende probleem blijft onzichtbaar, slechts de ontsteking wordt geremd.
Dergelijke geneesmiddelen hebben helaas soms ernstige ongewenste bijwerkingen.
De behandeling is gebaseerd op de behandeling van de chronische ontsteking niet op de oorzaak van het proces.
Veelal is de oorzaak niet bekend, al heeft de ziekte een mooie naam zoals Colitis Ulcerosa (een chronische dikkedarmontsteking) of Polymyositis (een chronische spierontsteking), Lupus Erythematodus, Morbus Crohn, Reumatoïde Artritis en meer van dit soort namen.
Helaas proberen klinische specialisten een label op de rug van een patiënt te plakken, een label dat hij bijna nooit meer kwijtraakt. Bij zo’n label hoort dan een protocollaire therapie, vaak zonder verdere persoonlijke benadering of twijfel aan het label.
De behandeling van een ziek mens in de reguliere gezondheidszorg is zeker niet holistisch (gericht op het individu als geheel) echter voornamelijk gericht op de symptomen van zijn/haar ziekteproces.
De meeste chronische ziekten zullen blijken hun oorsprong te vinden in een langdurende disbalans in onze energiebanen veroorzaakt door een chronische verstoring van zenuwimpulsen uit ons onderbewustzijn. Een verstoring die kan berusten op een sterk psychisch trauma dan wel een chronische frustratie van het onderbewustzijn door het bewustzijn.
Het betreft bijvoorbeeld darmziekten, spier- en gewrichtsziekten, huidziekten, longziekten, schildklierziekten, nierziekten en hersenziekten.
Zoals gezegd, vallen vele van deze ziekten onder het kopje auto-immuunziekten. Over de hele wereld is onderzoek gaande naar de oorzaak voor deze chronische ziekten. Tot op heden heeft dit niet tot resultaten geleid.
Auto-immuunziekten, het klinkt alsof we het begrijpen en alsof we de oorzaak kennen; niets is minder waar. Het ziekteproces wordt vrijwel altijd gekenmerkt door een chronische ontsteking op een bepaalde plaats zoals bij Reuma is de ontsteking gelokaliseerd in het gewrichtskapsel en bij Colitis Ulcerosa in de darmwand. Het ontstekingsproces kan grote schade aanrichten door weefselverval, met alle complicaties van dien.
De eerder genoemde gestoorde zenuwimpulsen uit het onderbewustzijn zullen op de cellen van het betreffende orgaan een verandering in het celmetabolisme teweegbrengen. De energievoorziening komt in het gedrang doordat de mitochondriën in deze cellen niet meer optimaal functioneren. Hierdoor kunnen zelfs afwijkingen in het DNA ontstaan. Het DNA blijkt op zich dus niet die stabiele structuur te hebben die wij veronderstelden.
Als dit gedurende lange tijd blijft bestaan, zal de cel noodsignalen gaan uitzenden met als gevolg dat mediatoren vrijkomen in de omgeving van de cel waarna deze lymfocyten zullen aantrekken en een ontstekingsproces op gang zal komen.
Ons lichaam kent namelijk maar een type reactie op een noodsignaal en dat is ‘het ontstekingsproces’.
Een andere mogelijkheid is dat de allerkleinste zenuwvezels, die rond individuele cellen en celgroepjes liggen, zelf aan hun uiteinde mediatoren produceren en zo lymfocyten aan te trekken die niet weten wat ze daar doen maar niets anders kunnen dan een ontsteking in gang zetten. En dat gebeurt daar dan ook. Dan gaat het noodsignaal direct uit van zenuwvezels van het onderbewustzijn, waar onze emoties gedurende lange tijd worden genegeerd en onderdrukt door ons bewustzijn.
Dit zou, als het om proliferatiefactoren gaat, ook tot het ontstaan van tumoren kunnen leiden. Hier komen we later zeker op terug.
Het onderbewustzijn neemt niet snel (gedacht moet worden aan een tijdsduur van het conflict van 15-30 jaar) het besluit om zijn frustratie te uiten en zijn eigen lichaam schade toe te brengen.
Maar wellicht laat het onderbewustzijn met de plaats waar de ontstekingsreactie wordt geïnduceerd, het wezen van het onderliggende emotionele conflict zien.
Ik weet dat dit een vrij technisch verhaal is, maar het is noodzakelijk omdat hieruit blijkt dat patiënten vrijwel altijd het ziekenhuis verlaten met een label op hun rug. Een label dat vaak vrij dubieus is en waaraan door de medicus zoveel waarde wordt gehecht dat hij er een veelal protocollaire therapie aanhangt.
Juist bij chronische ziekten zou veel meer aandacht moeten worden besteed aan wat de werkelijke reden van dit ziekteproces is.
Tevens moet je bij het ontstaan van een dergelijke ziekte jezelf afvragen wat de oorzaak zou kunnen zijn. Neem je levenswijze en emoties onder de loep en leg de ziekte niet direct bij een ander neer.
Dat is helaas wel de meest gangbare reactie en daarbij breng je jezelf in gevaar.
In de volgende rubriek aandacht voor het ontstaan van kanker.
Probeer eens een kijkje in je emotionele wereld!
Groet van Dr Roel
** Wie een vraag heeft voor Dr Roel mag die emailen naar info(apestaart)orjana(punt)nl (schrijven zoals een normaal emailadres geschreven wordt). Dr Roel zal uit de inzendingen selecteren en antwoorden via de column of email. Uw mail wordt altijd beantwoord of door Orjana of door Dr Roel.
Alles is trilling
… kan ik ook stoppen met deze medicijnen, als ik ook deze bijwerkingen als zeer storend ervaar.
Zelf neem ik die medicijnen al 7 jaar niet meer in en zie ik schrijf en leef nog steeds. Natuurlijk kan iedereen daarmee stoppen, maar door het lange gebruik van die middelen wordt je er ook afhankelijk van. Zoals gezegd de cholesterol verlagers (statines) daar kan (moet) je zondermeer direct mee stoppen als je cholesterolwaarden onder de 8 zijn.
De B-blokkers moet je afbouwen, hoe lang dat duurt hangt af van de dosis en de tijd die je het al gebruikt. Krijg je bijvoorbeeld 100mg Metropolol (B-blokker) gedurende jaren dan verlaag je de dosis per keer met een kwart (dus een kwart van het tablet). Na een week kan je dat verder verlagen met een kwart enz. Krijg je onderweg het gevoel dat het te hard gaat, doe je even een stapje terug. Hetzelfde geldt voor de bloeddrukverlagers (hierbij kan je de huisarts vragen tussentijds even je bloeddruk te meten, als je daar tenminste niet zenuwachtig van wordt).
Het zal duidelijk zijn dat als je dit doet, je gemotiveerd moet zijn om zelf de verantwoordelijkheid over jouw lichaam en jouw leven te durven nemen.
Ben je gewend jouw gezondheidsproblemen bij de dokter neer te leggen (zo van: los jij mijn probleem maar voor me op, daar ben je toch voor) zonder jezelf af te vragen: waarom gebeurt dit nou met mij?, dan moet je gewoon alle medicijnen die krijgt voorgeschreven, blijven innemen.
Enkele vrouwelijke lezers van mijn rubriek hebben mij erop gewezen dat als hun man door deze middelen (Statines en B-blokkers) impotent wordt, zij hier ook onder lijden en dat dit maar al te vaak spanningen in de relatie geeft. En dat als vrouwen deze middelen krijgen toegediend hun seksdrive ook verloren gaat. Ook dat kan grote spanningen opleveren, als de man deze middelen niet krijgt en dus een normale potentie en seksdrive heeft.
De meeste relatieproblemen onder normale omstandigheden zijn al seks gerelateerd, dus je begrijpt de impact van dergelijke medicijnen op relaties. Aan dit facet gaat de medische wereld voor het gemak maar even voorbij.
Als je met een klacht naar een arts gaat (of het nu je huisarts of een specialist is), is dat meestal een symptoom van een of andere onderliggende kwaal. Met bloedonderzoek of andere diagnostische methoden probeert de arts dan de onderliggende kwaal op te sporen.
Soms lukt dat, vaak ook niet of neemt dat teveel tijd in beslag. In ieder geval begint de arts een recept uit te schrijven om het symptoom (de klacht) te bestrijden. Veel verder komen ze meestal niet.
Mocht dat enig soelaas bieden dan is de patiënt tevreden. Na verloop van tijd nemen de klachten af, het onderliggende probleem verdwijnt en iedereen vindt de behandeling geslaagd.
De meeste kwalen zijn gelukkig tijdelijk omdat ze een uiting zijn van bepaalde leefomstandigheden die gepaard gaan met stress op het functioneren van orgaansystemen (in het uiterste geval kan je je lichaam of geest zo uitwonen dat een bepaald orgaansysteem er de brui aan geeft of je in een burnout terechtkomt). Het is niet gemakkelijk om deze stress te onderkennen en dus het ontstane probleem in jezelf op te sporen.
Heb je wel eens gehoord dat alles een frequentie heeft, een trillingsfrequentie? Dat betekent ook dat het om een energie gaat. Jouw lichaam is onder normale omstandigheden een bonk energie van zeer vele frequenties. Soms heb je zelf waarschijnlijk ook wel eens het gevoel dat er energie wegstroomt, je raakt vermoeid, lusteloos en krijgt mogelijk zelfs depressieve gevoelens. Dat is geen depressie, maar duidt op een energetische stoornis ergens in je lichaam.
Zijn het je hormonen die in de war zijn, is het je maagdarmsysteem dat disfunctioneerd of wordt de psychische onbewuste stress je te veel. Om hier achter te komen, moet je goed naar jezelf kijken, dat moet je ook leren, maar het feit dat je het doet, betekent al dat het onderliggende probleem zich zal kunnen herstellen.
Hoe heeft dit kunnen onstaan? Is het mijn leefwijze, doe ik dingen waar ik eigenlijk niet achter sta, ben ik wel mezelf. En dan kom je vanzelf tot de vraag: Wie ben ik eigenlijk en waar ben ik eigenlijk mee bezig en wil ik dat wel. Dit zijn natuurlijk vragen waar het leven over gaat.
Als je niet naar jezelf kijkt en het resultaat van jouw problemen die zich in een bepaalde klacht uiten bij de medische stand neerlegt dan moet je ook niet zeuren dat die medicijnen die je hebt gekregen smerige troep is of dat de chirurgische ingreep, door het al of niet optreden van complicaties, helemaal fout is uitgevallen. Je hebt immers zelf de regie over jouw probleem uit handen gegeven en dan heb geen controle meer op het medisch handelen.
Ik zou nog verder willen gaan: je lichaam of onderdelen daarvan hebben ook een frequentie. Ziektes, bacteriën en virussen bijvoorbeeld ook. Als jouw lichaam in dezelfde frequentie komt als de op dat moment heersende griep(virusinfectie) dan zal je die griep aantrekken en ook krijgen. Heb jij die griepfrequentie niet aangenomen dan zal je die griep niet krijgen.
Hoe en waarom je jezelf in die frequentie manouvreert, daar komen we later zeker op terug als je meer gaat begrijpen over frequenties want die zal ik steeds aan de orde proberen te stellen.
Eerst iets over het functioneren van ons zenuwstelsel in relatie tot de homeostase (handhaving van het evenwicht in functioneren) en de invloed op het ontstaan van ziekelijke afwijkingen.
Het zenuwstelsel bestaat uit de hersenen, de hersenzenuwen, het verlengde merg, het ruggenmerg en alle zenuwtakken en –takjes die daar van uitgaan. Het is een kolossaal netwerk van zenuwcellen en de uitlopers daarvan al of niet gebundeld in zenuwtakken, -takjes. Je kan geen uithoek in je lichaam vinden of er zijn zenuwtakjes die informatie naar het brein sturen of juist omgekeerd.
We onderscheiden dat deel van het zenuwstelsel dat ons onderbewustzijn representeert (het autonome of vegetatieve zenuwstelsel) en het deel dat is gerelateerd aan ons bewustzijn (denkvermogen, geheugen) met alle sensibele(gevoels)- en motorische functies die daarbij horen. Het onderbewuste en bewuste deel van ons zenuwstelsel hebben in ons brein vele verbindingen en kunnen een grote invloed op elkaar hebben.
Het autonome zenuwstelsel bestuurt in feite alle orgaanfuncties, inclusief die van de hersenen zelf. Je hoeft niet na te denken bij het ademhalen, je geen zorgen te maken of je alvleesklier of je hart wel goed werkt, nee, dat gaat autonoom.
Het bewustzijn is gezeteld in de neo-cortex en het vertegenwoordigt ondermeer ons denkvermogen, het stuurt onze spraak aan, het gebruikt en interpreteert de informatie van onze zintuigen, het kan verbanden leggen en associëren. Het bewustzijn functioneert dankzij ons geheugen.
Het geheugen kan bij sommige mensen zeer groot zijn en zelfs fotografisch. Dit vergt een enorme opslagcapaciteit. De opslag en het associatief vermogen blijft een terrein van onderzoek en is zeker van belang bij het ontstaan van verschillende vormen van dementie.
Het onderbewustzijn is primitiever, het bevat onze oerprogramma’s, het gaat over voortplanting, leven en dood, verliefdheid, liefde, genegenheid, medelijden, empathie, schuldgevoel, angsten, woede, wraak, agressie en al onze autonome regelsystemen.
Het wordt nog ingewikkelder als we er vanuit gaan dat ons bewustzijn bij vrijwel iedereen op een andere manier is gemanipuleerd (opvoeding) en de wereld er dus niet voor iedereen hetzelfde uitziet. Ook het onderbewuste zal per individu verschillende gevoeligheden hebben.
Vele van deze gevoelens zijn door het gemanipuleerde bewustzijn niet goed te reguleren en zo ontstaan er chronische conflicten waardoor zenuwimpulsen verstoord raken en energiebanen in disbalans komen.
Als onderbewuste conflicten aanleiding zijn tot een dysfunctie op orgaanniveau (ziekte) dan geeft dat ons een kans om na te gaan welk onbewust conflict hieraan ten grondslag ligt. Dit is een belangrijk gegeven en het geeft ons wellicht de mogelijkheid het conflict te benoemen, het probleem onder ogen te zien en zo mogelijk het conflict op te lossen.
Samengevat: vanaf de geboorte wordt het zich ontwikkelende brein wat betreft het bewuste deel gemanipuleerd door zijn opvoeders (nee dat mag niet, nee dit mag niet, en ga zelf maar na waar je als opvoeder de hele dag mee bezig bent). Dit zal zeker invloed hebben op het frustratieniveau van het onderbewustzijn. Het onderbewustzijn zal uiteindelijk reageren op de voortdurende overheersing van het gemanipuleerde en vaak daardoor verstoorde bewustzijn. Afhankelijk van het type frustratie kan dat leiden tot een bepaalde orgaanaandoening.
Het onderbewustzijn reguleert ook de hormoonhuishouding van ons lichaam. Hormonen zijn biologisch zeer actieve stoffen die noodzakelijk zijn voor onze energiehuishouding. Diverse hormonen hebben via een directe werking op de hersenen onder meer invloed op emoties als angst, agressie, wraak, welbevinden, voortplantingsdrift en verliefdheid. Verder reguleren hormonen allerlei ingewikkelde celbiologische processen en hebben te maken met onze energievoorziening.
Het zijn de harmonieuze energiestromen die uiteindelijk ons welbevinden bepalen.
Het lichaam is een zeer complex geheel: Als energiebanen chronisch disfunctioneren of geblokkeerd raken zal dit ziekelijke afwijkingen veroorzaken omdat frequenties in weefsels gaan veranderen.
In de volgende rubriek gaan we onze aandacht richten op het Immuunapparaat. We hebben een kapstok nodig om inzicht te krijgen in het functioneren van ons lichaam. Dat moet de basis zijn waar we steeds aan kunnen refereren als er zich een probleem ten aanzien van onze gezondheid voordoet.
Voor jou, die dit leest: vraag vrijmoedig.
Tot de volgende rubriek van dr Roel.
Dr Roel Veldhuizen
** Wie een vraag heeft voor Dr Roel mag die emailen naar info(apestaart)orjana(punt)nl (schrijven zoals een normaal emailadres geschreven wordt). Dr Roel zal uit de inzendingen selecteren en antwoorden via de column of email. Uw mail wordt altijd beantwoord of door Orjana of door Dr Roel.
Cholesterol mythen
…In mei van 2007 moest ik al fietsend op weg naar het ziekenhuis deze reis onderbreken omdat ik plotseling het gevoel kreeg dat er een olifant op mijn borst ging staan. Ik begreep onmiddellijk dat dit het gevolg moest zijn van een plotselinge vernauwing van een kransslagader van mijn hart, waardoor mijn hartspierweefsel te weinig zuurstof kreeg.
Uiteraard een familiekwaal, mijn grootvader was op zijn 54e overleden aan een hartaanval en mijn vader op zijn 65e nadat hij op zijn 54e ook zijn eerste hartaanval had gekregen.
Ik had het kunnen weten dat dit in het verschiet lag en min of meer had ik daar ook rekening mee gehouden, ik gebruikte namelijk al zeker 10 jaar ascal cardio=80mg aspirine per dag. Dit werkt als een antistollingsmiddel, waardoor minder snel stolsels in het bloed optreden en dus een afsluiting van een kransslagader minder snel zou op kunnen treden. Misschien is dat ook zo, maar desondanks gebeurde het waarschijnlijk toch.
Nadat ik even rustig op de grond had gezeten verdween de pijn op mijn borst en ben ik rustig naar huis gelopen. Daar belde ik een cardioloog en die middag heeft hij een catheterisatie van mijn kransslagaders uitgevoerd en inderdaad er bleek een vrijwel totale afsluiting van een tak van mijn linker kransslagader aanwezig te zijn. Er werd een stent (een buisje dat ter plaatse van de vernauwing openklapt en zo het vat weer doorgankelijk maakt) geplaatst en het probleem leek opgelost.
Natuurlijk kreeg ik voor de rest van mijn leven een serie medicijnen voorgeschreven want dat was het protocol.
De medicijnen die ik en honderdduizenden met mij dan voorgeschreven krijgen, vallen in de categorie: bloeddrukverlagers, B-blokkers, cholesterolverlagers en antistollingsmiddelen.
Ik was blij dat ik het er levend afgebracht had en slikte elke dag braaf mijn zes pillen. Na enige tijd merkte ik dat er impotentieverschijnselen optraden. In de eerste plaats werd mijn seks drive steeds minder, maar ook een behoorlijke erectie bleef uit. Het bleek dat alle mannen die deze medicijnen krijgen aan hetzelfde euvel lijden.
Nou, dat hoeft toch geen probleem te zijn, zei mijn cardioloog, daar hebben we namelijk Viagra voor.
Ongeveer tegelijkertijd bemerkte ik dat ik bijna niet meer kon schaatsen, de coördinatie van mijn beenspieren en voetspieren, maar ook de kracht was zo sterk verminderd dat ik al blij was als ik 10 minuten op het ijs kon staan. Verder kreeg ik spierkrampen, spierpijnen en ontwikkelde ik een klapvoet.
Ja, dat is een bijwerking van de cholesterolverlagers, legde mijn cardioloog mij uit. Toen ik hem zei dat ik deze middelen dan niet meer zou slikken (ook al omdat mijn cholesterol bij de eerste bepaling in het ziekenhuis 5,6 was), werd hij nijdig omdat ik aan zijn therapie durfde te twijfelen en onze collegiale vriendschap verbleekte net als met de andere collega cardiologen (dat ik durfde te twijfelen aan hun protocollen).
Normaalwaarden van het cholesterol in je bloed bevinden zich tussen de 3 en de 8 mmol/ltr.
Als jouw arts een huisarts, een internist, een cardioloog of bijvoorbeeld een neuroloog is en hij zegt dat uw cholesterol te hoog is, of aan de hoge kant, en hij/zij je daarom cholesterolverlagers wil voorschrijven, vraag dan naar de waarde.
Als de waarde van je bloedcholesterol onder de 8 ligt, is er geen sprake van een te hoog cholesterol. Neem dan absoluut geen cholesterolverlagende middelen in; deze brengen je lichaam ernstige schade toe, zeker bij langdurig gebruik.
Voor de duidelijkheid met de kennis die ik nu heb:
1. Cholesterol heeft in eerste instantie niets te maken met vernauwing van de kransslagaders (coronairsclerose).
2. Boven de 65 bent u beter af met een cholesterolwaarde dichterbij de 8 dan bij de 3. Hoe dichter je cholesterolwaarde bij de 8 is, hoe langer namelijk je levensverwachting als je de 65 hebt bereikt.
3. Cholesterolverlagers veroorzaken neuropathieën, spierfunctiestoornissen en op de lange duur (maar soms ook acuut) geheugenstoornissen met een verhoogde kans op dementie. Hoe dit komt zal ik later uitleggen. Verder dragen zij samen met B-blokkers bij aan potentiestoornissen. Kennelijk is het helemaal oké dat medicijnen die op grote schaal worden voorgeschreven, mannen hun mannelijkheid afnemen en ook de seks drive van vrouwen sterk negatief beïnvloeden.
4. Een voordeel is dat je je cholesterolverlagers zonder meer kunt stoppen (dit in tegenstelling tot de bloeddrukverlagers en B-blokkers). Er zal niets gebeuren, in tegendeel, je krijgt jouw eigen cholesterolwaarde langzaam maar zeker weer terug. Je lichaam zal echter nog lang lijden onder de bijwerkingen van de cholesterolverlagers.
Denk nu niet dat ik deze zaken hier lichtzinnig neerschrijf.
De laatste 20 jaar van mijn werkzame leven heb ik samen met een cardioloog onderzoek gedaan naar coronairsclerose.
Systematisch onderzoek aan coronairvaten bij obducties, de processen van arteriosclerose en veroudering van de vaatwand onderzocht. De relatie met bloedwaarden van het cholesterol en coronairsclerose uitgesloten.
Ik sta niet alleen in deze denkwijze, talloze hoogleraren over de hele wereld proberen dit uit te dragen, maar de lobby van de farmacie is te sterk. Alleen al aan deze medicijnen gaan biljarden wereldwijd om.
Als u de moeite wilt nemen om zich wat dit betreft op de hoogte te stellen van de criminele praktijken van de farmaceutische wereld, lees dan het boek van de Deense hoogleraar Peter C. Gotzsche ‘Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad’.
De jaren na mijn pensioen kwam ik een andere wereld terecht, waarbij ik me realiseerde dat wij zelf de verantwoordelijkheid voor ons lichaam moeten nemen. Dat, als wij een ziekte krijgen (of beter gezegd: over ons heen trekken) de genezing daarvan niet buiten ons zelf moeten zoeken, maar in eerste instantie bij onszelf.
Het is deze zoektocht naar mijn ware zelf, waar ik dingen in tegen kom die ik met jullie moet delen, zodat jij ook op zoek kan gaan naar je ware zelf en de verantwoordelijk neemt die op dat moment nodig is.
Soms is een geneesmiddel even nodig om je te helpen een acute fase te overbruggen, dat geldt voor iedereen.
Hoe lekker makkelijk ook: zie jezelf niet als een slachtoffer van een ziekte en denk niet dat de medische wereld het dan maar voor jou moet oplossen, jijzelf bent verantwoordelijk.
De medische wereld zie ik nu als een geldmachine en een doorgeefluik van de farmacie.
Zelf heb ik naar mijn gevoel met vele anderen geneeskunde gestudeerd, nu wordt er voornamelijk nog medicijnen gestudeerd.
Er zijn nog vele zaken te bespreken, zo zijn er 4 essentiële systemen in ons lichaam van belang:
1. Het centrale en perifere zenuwstelsel
2. Het totale maag-/darmsysteem met lever, alvleesklier en nieren
3. Het hormoonstelsel met hypothalamus, hypofyse, schildklier, bijschildklier, bijnier, ovarium en testis
4. Het immuunsysteem
Als we begrijpen hoe het lichaam functioneert, kunnen we er grip op krijgen en gebruikmaken van krachten in onszelf, de natuur en biologische herstelmogelijkheden.
Dr Roel Veldhuizen
** Wie een vraag heeft voor Dr Roel mag die emailen naar info(apestaart)orjana(punt)nl (schrijven zoals een normaal emailadres geschreven wordt). Dr Roel zal uit de inzendingen selecteren en antwoorden via de column of email. Uw mail wordt altijd beantwoord of door Orjana of door Dr Roel.
dec05
Dr Roel – in de praktijk
In de praktijk
In onze praktijk met 3 pathologen verrichtten wij ongeveer 20.000 weefselonderzoeken, ook wel histologische onderzoeken, per jaar, 3000 celonderzoeken, 6000 baarmoederhalsuitstrijken en 380 inwendige schouwingen ook wel obducties of secties genoemd. Als een ziekenhuis 800 bedden heeft dan overlijden er ongeveer 800 mensen per jaar. Sinds het eind van de jaren ’90 steeg de beddenbezetting gestaag. Dat wil zeggen dat de opnameduur steeds korter wordt en dus de patiënten steeds minder lang in het ziekenhuis liggen. Moest je voor de operatie van een ontstoken blindedarm in het begin van de jaren ’90 nog 7-10 dagen in het ziekenhuis blijven, nu is dat in veel gevallen gereduceerd tot 2-3. Datzelfde geldt voor bijna alle behandelingen.
Dit heeft tot gevolg dat de verpleging per bed veel intensiever is geworden want er komen steeds maar weer nieuwe patienten op dat bed te liggen. De werkdruk van de verpleging en de artsen neemt dus steeds toe (waardoor ook meer fouten worden gemaakt).
Met de ontwikkeling dat er steeds meer parttime gewerkt wordt in de zorg (Onder andere veroorzaakt door de grote instroom van vrouwelijke artsen en specialisten) leidt tot veel discommunicatie. Er is namelijk niemand meer die een volledig beeld heeft van een bepaalde patiënt (ook hierdoor zal het aantal fouten toenemen).
Dit heeft tot gevolg dat er meer doden vallen dan strikt noodzakelijk, gecombineerd met de hogere bedbezetting leidt nu tot meer dan 800 doden in een ziekenhuis van 800 bedden. Het beeld wordt enigszins vertroebeld doordat er meer mensen thuis willen overlijden en voordat ze overlijden naar huis vertrekken.
Elk ziekenhuis heeft een mortuarium, dit is een afdeling waar de overledenen naartoe worden vervoerd in afwachting van een obductie of begrafenisondernemer.
Als een patiënt overleden is, moet de behandelend arts/specialist aan de familie vragen of een obductie is toegestaan. Uiteraard is dit best een moeilijke vraag, de familie is in rouw en het wordt als lastig ervaren deze vraag te stellen.
Eigenlijk weten we toch al alles door al die onderzoeken en scans, wat kan een obductie dan nog bijdragen?
Een obductie is eigenlijk niet alleen voor de dokter van belang: Wat heeft mijn behandeling nou eigenlijk allemaal aangericht? Was mijn diagnose wel correct? Zijn er nog zaken die ik over het hoofd heb gezien?
Ook de nabestaanden hebben hun belang: het is belangrijk te weten aan welke ziekte de overledene nu werkelijk is gestorven, of er nog andere afwijkingen aanwezig waren, maar ook of er geen fouten zijn gemaakt tijdens de behandeling en of de diagnose met de bijbehorende behandeling wel met elkaar overeenkwamen en tot welke gevolgen heeft dat geleid.
In een familie is het van belang te weten waaraan familieleden zijn gestorven omdat als je dat weet, je ook beter kunt inschatten wat jou eventueel te wachten staat en waar je dus rekening mee moet houden. Daar kun je lering uit trekken. Binnen families bestaan bepaalde gevoeligheden voor emotionele stress momenten, hierop komen we later uitgebreid terug.
In het ziekenhuis waar ik werkte, is het aantal obducties gestaag afgenomen van 380 in de jaren ’80 tot 75 in 2014 terwijl er meer patiënten zijn overleden per jaar.
Ik durf te stellen dat het aantal obducties een reflectie is van de kwaliteit van het medisch handelen in een ziekenhuis.
Geen arts/specialist maakt zich zorgen over zijn medisch handelen, het gaat hem er alleen nog om dat bij de gestelde diagnose hij het juiste behandelingsprotocol heeft gevolgd. Zolang dat het geval is, kan hem niets worden verweten. Dat de diagnose mogelijk fout was of dat er nog andere ziekten speelden, wil hij/zij liever niet weten. Natuurlijk gaat hij zich dan niet kwetsbaar opstellen door zich een obductie op zijn hals te halen.
Anderzijds zouden de familieleden van de overledene zich af moeten vragen of de diagnose wel correct was. Waren er verder nog onderliggende afwijkingen en zijn er geen fouten gemaakt bij ingrepen en het toedienen van medicijnen. Hoe kan het zijn dat hij/zij best nog oké het ziekenhuis is ingegaan en daar plotseling is overleden? Of waarom lag hij/zij na een ingreep eerst nog 3 weken op de IC (Intensive Care)?
Bij het overlijden van een kind wil ik stellen dat het nalaten van een obductie een kunstfout is. Als nabestaande zou ik een obductie van mijn overleden kind eisen want ook voor de hele familie is het van belang om de juiste doodsoorzaken te kennen.
Een ziekenhuis is de enige plek waar zich een mortuarium bevindt; ik heb er nog nooit een gezien bij de Bijenkorf of Albert Heijn.
Alleen al hieruit blijkt dat het ziekenhuis de gevaarlijkste plek is om je te bevinden. Als je er niet absoluut moet zijn, blijf er dan uit de buurt. Als je er naartoe gaat met een klacht dan kun je een behandeling verwachten en weet je nooit hoe dat afloopt, in ieder geval ga je met een doos medicijnen naar huis.
Het mortuarium en de obductiekamer bevinden zich meestal onder de grond in een kelder, niemand van het personeel, of het nu verpleegkundigen of specialisten zijn, zie je daar of ze zijn ontboden door de patholoog bij een obductie.
Hoe gaat een obductie in zijn werk?
De overledene ligt naakt op een roestvrijstalen plaat met gaatjes die dienen om het spoelwater af te voeren. Aan het voeteneind bevindt zich een eveneens roestvrijstalen spoelbak en aanrecht waar de organen individueel worden bekeken en ingesneden.
Eerst wordt het lichaam grondig aan de buitenzijde geïnspecteerd, elke afwijking wordt genoteerd, zonodig gefotografeerd. Dan wordt een snede gemaakt van juist onder de schouders tot juist boven het borstbeen. Van de kruising van deze incisies wordt een snede gemaakt tot het onderste deel van de buik (Y-vormige snede).
Huid en spieren worden van de ribbenkast (thorax) afgeprepareerd. De huidflappen worden naar buiten omgeslagen, de ribbenkast wordt samen met het borstbeen als een deksel verwijderd. Dan zijn alle organen zichtbaar, longen, hart, middenrif, maag, dikke -en dunne darm en de lever. Vervolgens worden alle inwendige organen geïnspecteerd en het effect van operaties of andere ingrepen onderzocht. Daarna worden alle organen individueel, of sommige orgaansystemen in zijn geheel, uit het lichaam genomen, nauwkundig onderzocht en op snede bekeken. Daarbij worden van elk orgaan stukjes weefsel uitgenomen voor histologisch onderzoek. Alle afwijkingen worden weer genoteerd en zonodig gefotografeerd. Vervolgens worden de organen terug in het lichaam gelegd.
Als er ook toestemming is voor een schedel/hersenobductie worden ook de hersenen uitgenomen, ze worden gewogen, maar voor ze verder kunnen worden onderzocht, moeten de hersenen eerst worden gefixeerd met formaline. Dat neemt enkele weken in beslag. Dit betekent dat als u een hersenobductie toestaat (en waarom niet), het lichaam zonder hersenen wordt begraven of gecremeerd.
Hersenonderzoek kan zeer waardevolle informatie opleveren over een eventuele ‘onbekende’ doodsoorzaak en daarom dus ook altijd een schedelobductie toestaan of eisen.
De overledene en zijn organen worden met respect behandeld, het uitgenomen weefsel is verzameld voor histologisch onderzoek en dat kan een paar weken duren.
In eerste instancy maakt de patholoog een rapport voor de specialist over alles wat is aangetroffen bij de patiënt. Hij vat dit samen in een zogenaamde epicrise waarin het hele ziektebeeld wordt geanaliseerd tegen de achtergrond van de gevonden afwijkingen en de informatie van de specialist en zijn vragen. Later volgt dan het histologische onderzoek ter verificatie.
Het rapport van de patholoog over de obductie neemt 1-2 dagen in beslag en kan dan in feite ook bekend worden gemaakt bij de familie. Het histologisch onderzoek gaat meestal over details; de grote lijnen van het eerste rapport veranderen bij een ervaren patholoog nauwelijks. Laat u dus niet afschepen met het verhaal dat een eerste rapport over een obductie pas na weken of maanden bekend zou zijn.
Het obductieverhaal is langer geworden dan ik dacht, dus volgende keer het verhaal hoe ik in aanraking ben gekomen met Biologisch geneeswijzen en de grondslagen daarvan.
Dr Roel Veldhuizen
** Wie een vraag heeft voor Dr Roel mag die emailen naar info(apestaart)orjana(punt)nl (schrijven zoals een normaal emailadres geschreven wordt). Dr Roel zal uit de inzendingen selecteren en antwoorden via de column of email. Uw mail wordt altijd beantwoord of door Orjana of door Dr Roel.
okt28
Dr Roel – introduktie
Introduktie
Altijd spannend zo’n eerste column. Een bijzondere ontmoeting die gelijk wederzijds vertrouwen gaf, heeft ertoe geleid dat ik hier nu iedere twee weken mag vertellen over mijn ervaringen en ideeën over ons lichaam, gezondheid en de medische wereld. Mijn (werkende) leven lang was ik patholoog anatoom tot ik met pensioen ging. Het menselijk lichaam ken ik daarom letterlijk van binnen en van buiten. Graag geef ik advies aan mensen die hun vertrouwen in Orjana’s natuurproducten, en biologische geneeswijzen in het algemeen, leggen, gebaseerd op mijn kennis van ziekteprocessen. Ter introduktie zal ik wat meer vertellen over wie ik ben.
Volgens mijn moeder wilde ik vanaf mijn 4e al dokter worden en het duurde tot mijn 19e tot ik me daadwerkelijk liet inschrijven voor de studie geneeskunde aan de universiteit van Leiden.
Even leek het tegen te zitten toen mijn verloofde zwanger bleek, het was toen September 1965. We trouwden November 1965 en om wat geld te verdienen werd ik studenten assistent op de afdeling Pathologie van het toenmalige AZL (Academisch Ziekenhuis Leiden nu LUMC). Het is dit baantje waardoor de rest van mijn leven in het teken van de Pathologie heeft gestaan want dat kan je niet verzinnen als je voor dokter gaat studeren.
Mei 1966 werd mijn eerste zoon geboren, nu huisarts in Prinsenbeek, zoals ik altijd zeg, “we kregen een kind”. In 1968 werd mijn tweede zoon geboren in de periode dat ik reeds mijn co-assistentschappen liep.
Achteraf is het opvallend dat ondanks de geringe middelen en twee kinderen mijn studie zeer voorspoedig verliep. Dat heb ik voor een groot deel te danken aan mijn baantje op de afdeling Pathologie en zeer goede studie vrienden.
Begin 1970 haalde ik mijn artsenbul en kon ik direct aan de slag op de eerste afdeling Experimentele Pathologie in ons land aan de VU-ziekenhuis in Amsterdam. Daar heb ik 5 jaar onderzoek gedaan naar het gedrag van kankercellen en het afweer (immunologisch) apparaat. In 1972 kregen wij nog een dochter.
De zittende professor Pathologie vroeg me of ik in opleiding voor patholoog-anatoom bij hem wilde komen; het werd zo ingekleed dat ik mijn experimentele pathologiewerk kon voortzetten.
In 1977 ben ik gepromoveerd over een onderzoek naar kanker en immuniteit en ontleen daaraan mijn doktors-titel(Dr). In 1978 haalde ik mijn briefje als patholoog-anatoom en dat beroep heb ik tot mijn pensioen (eind 2007) uitgeoefend. Eerst 4 jaar in het VU-Ziekenhuis waar ik waarnemend hoofd van de afdeling Pathologie was en later in een Maatschap van 3 pathologen in het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag, waar ik meer dan 25 jaar patholoog was.
Wat doet een patholoog nu eigenlijk?
Van bijna alle klinische specialismen ontvangt hij alle operatiepreparaten, wat kan variëren van een wratje op de huid tot een borstamputatiepreparaat met oksel lymfklieren. Er worden in ons laboratorium dunne plakjes uit het ontvangen weefsel gemaakt, gefixeerd in formaline, ingebed in parafine en op een microtoom gesneden tot 4mu ultra dunne coupes, deze worden op een glaasje geplakt en gekleurd (histologisch onderzoek). Vervolgens worden deze glaasjes door de patholoog onder zijn microscoop bekeken en wordt een diagnose gesteld. Het verslag daarvan, opgesteld door de patholoog, wordt aan de aanvragende klinische specialist opgestuurd.
De boven beschreven bewerkingen van de operatiepreparaten nemen ongeveer 3 dagen in beslag, wat betekent dat de uitslag al na ongeveer drie dagen bij de klinisch specialist bekend is en in zijn computer staat.
Verder onderzoekt een patholoog alle ingezonden vochten en puncties op alle mogelijke celsoorten (cytologogisch onderzoek) zoals bijvoorbeeld ontstekingscellen of kankercellen. Maar ook alle baarmoederhalsuitstrijkjes op aanwezigheid van bepaalde infecties zoals geslachtsziekten of afwijkende cellen die mogelijk een voorstadium van kanker zijn.
Klinische specialisten zeggen vaak tegen de patiënten dat het afgenomen materiaal “op kweek zal worden gezet” en de uitslag over 2 weken wel bekend zal zijn. Grotere onzin bestaat er niet.
Mijn eerste belangrijke tip aan u die dit leest is: wat de klinische specialist u ook vertelt, vraag altijd een kopie van het verslag van de patholoog (u heeft er recht op). Als u het niet vertrouwt, vraag dan een ‘second opinion’ bij uw verzekeraar (of misschien wel bij ondergetekende). Want de diagnose die door de patholoog is gesteld, blijft u altijd achtervolgen en uw klinische specialist zal ernaar handelen en behandelen.
Plotseling treden protocollen in werking en voor u het weet heeft u een kast vol pillen. En als een medicijn een hoofdwerking heeft dan heeft het ook bijwerkingen en voor u het weet, krijgt u dan weer een nieuw medicijn tegen de bijwerkingen van de vorige, maar ook dat medicijn heeft weer bijwerkingen. Ja, het gaat goed met de farmaceutische giganten; hierop kom ik zeker later nog terug.
Over inwendige lijkschouwingen (obductie) een relatief klein onderdeel van mijn vak , maar heel belangrijk, zullen we het de volgende keer hebben, evenals de manier hoe ik na mijn pensioen in de biologische geneeskunde terecht ben gekomen en wat daar voor verbijsterende mogelijkheden liggen. Tot de volgende keer!
Dr Roel Veldhuizen.